1. Onderhoud velden.
Heeft het foutje van 39.000 euro een positieve invloed op het resultaat? Of is het een schrijffout waarmee niet is doorgerekend?
2. Er wordt bij de indexatie gesproken over een actualisatie van de sportvloeren.
Ik neem aan dat met sportvloeren de natuurgrasvelden bij korfbal- en voetbalverenigingen worden bedoeld. Klopt dit?
3. Door de aanleg van een aantal kunstgrasvelden en het samengaan van de korfbalverenigingen is het oppervlak van het te onderhouden natuurgrasveld (drastisch) verkleind. Waarom levert de actualisatie dan een kostenstijging op?
4. Er wordt gerekend met een indexatie van 15% in 2024. Is er de jaren ervoor niet geïndexeerd of te weinig geïndexeerd of is de inflatie in 2024 op het gebied van natuurgrasvelden extreem?
Portefeuillehouder
H. (Hanneke) van Dongen
Datum antwoord
4-12-2024
Vraag&Antwoord
1. De gemiddelde stijging in de kosten gemoeid met het onderhoud van de velden bedraagt over de jaren 2024-2028 € 86K. In de oorspronkelijke toelichting op deze kostenontwikkeling is enkel
gesproken over de toename in kosten van € 125K, zonder daarbij melding te maken van de afzonderlijk verantwoorde tegemoetkoming via de zgn. SPUK-regeling, waardoor de stijging per saldo op € 86K uitkomt. Verschil € 39K. Dus geen effect op het resultaat. In eerste instantie tekstueel geen integraal beeld geschetst.
2. Ja, dat klopt.
3. In de meerjarenbegroting zijn de bedragen die in 2021 overeen werden gekomen geïndexeerd met het contractueel bepaalde prijsindexcijfer 42/43 Grond- weg- en waterbouw. Dit bedroeg voor het 2e contractjaar ( maart 2023 - februari 2024 ) 15,1% t.o.v. de bedragen uit 2021. Voor het 3e contractjaar is dit 20,8% ten opzichte van 2021. Voor de komende jaren is uitgegaan van een stapsgewijze verhoging met 5%.
Bij aanvang betrof de oppervlakte van de te onderhouden sportvloeren ( = sportvelden ) 1646 are, wat door voornoemde mutaties inmiddels is teruggebracht tot 1462 are. De reststroken zijn daarentegen toegenomen van 894 are tot 937 are. Een deel van het onderhoud aan de sportvloeren is afgeschaald naar het niveau van onderhoud aan de reststroken. Verrekening van alle mutaties leidt per saldo tot het geschetste resultaat.
4. Indexering is inderdaad 1 jaar met terugwerkende kracht alsnog doorgevoerd op de meerjarig geraamde uitgaven. Vandaar dat voor het 2e contractjaar meteen een indexering van 15,1% nodig was.